• De Bijbel is het onfeilbare Woord van God, door de Heilige Geest geïnspireerd (2 Timoteüs 3:16). Het is gezaghebbend, het fundament van het geloof. Ten allen tijde zal dit Woord bepalend zijn voor alle facetten van de gemeente.
  • God is de Schepper van hemel en aarde (Genesis 1:1); want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op aarde zijn (Colossenzen 1:16).

 

  • De Bijbel leert: De HERE is onze God, de HERE is één (Deuteronomium 6:4). God de Vader, God de Zoon; Jezus, en God de Heilige Geest.

 

  • Jezus, de Zoon van God is in het vlees gekomen, uit de maagd Maria geboren (Lucas 1:35 en Jesaja 7:14).

 

  • Alle mensen hebben gezondigd, Gods wetten overtreden (Romeinen 3:23).

 

  • Mensen kunnen alleen verzoend worden met God, vergeving en het eeuwige leven ontvangen door het offer, wat Jezus Christus, de Zoon van God, en de zoon des mensen als Middelaar bracht aan het kruis van Golgota (Romeinen 3:21-26). Hij is onze gerechtigheid (1 Korintiërs 1:30). Ieder moet Jezus persoonlijk aanvaarden als Redder en Verlosser en zich bekeren. Zijn bloed reinigt ons van alle zonden (1 Johannes 1:7). Dan wordt men opnieuw geboren, gaat men Gods Koninkrijk binnen (Johannes 3:3). Hij is De Weg, De Waarheid en Het Leven; niemand komt tot God de Vader, dan door Hem (Johannes 14:6)!

 

  • Wij geloven dat Jezus Christus voor onze zonden is gestorven en is opgestaan om onze rechtvaardiging (Romeinen 4:25). Jezus Christus triomfeerde over de dood. Hij heeft alle vijanden, alle machten der duisternis overwonnen, en onder Zijn voeten gesteld (Efeziërs 1:21). Door Hem zijn wij overwinnaars en zullen wij wandelen in Zijn opstandingskracht.

 

  • Jezus voer ten hemel, Hij zit aan de rechterhand van de Vader, alwaar Hij voor ons bidt en pleit (Romeinen 8:34).

 

  • Op Pinksterdag zond Jezus de Heilige Geest, de Trooster, de Helper (Handelingen 2). De Gemeente werd hierdoor één lichaam, aangegord door de kracht van de Heilige Geest. De Geest wil door de gelovigen heen werken, om met macht en gezag, met gaven en bedieningen Gods Koninkrijk te bouwen.
  • Christus is het Hoofd, en de gemeente is het Lichaam van Christus, om dezelfde werken te doen, die Jezus Christus op aarde deed (Marcus 16:15-20). De Heilige Geest moet alle vrijheid hebben in de gemeente en moet te allen tijde tot de gemeente kunnen spreken (Openbaring 2:7). Het Woord en de Heilige Geest zullen altijd overeenstemmen.

 

  • De Heer wil allereerst redden van zonde, maar Hij wil ook bevrijden uit satans macht en de ziel, de geest en het lichaam genezen (Johannes 7:23). Daarom geloven we dat Marcus 16:15-20 de opdracht is voor de gemeente van Jezus Christus.

 

  • God roept Zijn Gemeente tot heiliging (1 Petrus 1:16), tot aanbidding (Johannes 4:23), tot een koninklijk priesterschap en tot getuigen (1 Petrus 2:9-10).
  • Jezus zal terugkeren, eerst om Zijn gemeente tot zich te nemen en daarna om de wereld te oordelen en als Koning te heersen (1 Tessalonisenzen 4:13-17 en Openbaring 20:11-15).

 

  • God zal Zijn plan vervullen met het volk van Israël, Zijn uitverkoren volk (Romeinen 11). Israëls val betekende rijkdom voor de wereld en hun tekort rijkdom voor de heidenen, hoeveel temeer hun volheid (Romeinen 11:12).

 

  • De universele gemeente bestaat uit allen die, door Jezus, kinderen Gods geworden zijn.

 

  • De plaatselijke gemeente bestaat uit leden (1 Korintiërs 12), die op een bepaalde plaats tezamen komen volgens Bijbels principes. Die leden zijn discipelen (volgelingen, leerlingen) van Jezus. In de gemeente werken de vijfvoudige bediening (Efeziërs 4:11), de gaven van de Heilige Geest (1 Korintiërs 12), de genadegaven (Romeinen 12:3-8) en de vrucht van de Geest (Galaten 5:22).